Ook bedrijfsleiders zijn verplicht om periodiek bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen en toegekende belastbare voordelen aan te geven en te betalen. Toch wordt nog steeds tegen deze verplichting gezondigd. Daarom plant de FOD Financiën vanaf midden februari een nieuwe actie in die context. Hoog tijd dus om de spelregels nog eens in de verf te zetten.
Wanneer moet bedrijfsvoorheffing berekend en doorgestort worden?
In tegenstelling tot werknemers, aan wie het loon op regelmatige basis moet worden toegekend, zijn bedrijfsleiders vrij om zichzelf een loon toe te kennen op wekelijkse, maandelijkse, of jaarlijkse basis (of nog een andere frequentie). Zij kunnen hun loon met andere woorden op periodieke of op niet-periodieke basis toekennen*.
Op dit loon is, net zoals bij werknemers, bedrijfsvoorheffing verschuldigd. Het gaat om een wettelijke verplichting waaraan de schuldenaar van de inkomsten zich niet kan onttrekken. Deze bedrijfsvoorheffing wordt opeisbaar op het ogenblik van de betaling van belastbare bezoldigingen of de toekenning van belastbare voordelen van alle aard (VAA).
Hieruit volgt dat de bedrijfsvoorheffing op de lonen en voordelen van alle aard, van bedrijfsleiders berekend dient te worden in functie van de frequentie van de toekenning ervan.
En wat met de doorstorting?
Voor de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing geldt eveneens het principe dat dit moet gebeuren in functie van de frequentie van de toekenning of betaling van de bezoldiging of het voordeel van alle aard. De onderneming (schuldenaar van bedrijfsvoorheffing) krijgt wel tot de 15de van de maand (na het verstrijken van de maand waarin de bezoldiging werd betaald of toegekend) de tijd om over te gaan tot de effectieve doorstorting van de bedrijfsvoorheffing aan de fiscus.
Enkele voorbeelden
Voorbeeld 1: Een bedrijfsleider beschikt over een bedrijfswagen. De bedrijfsvoorheffing op dit voordeel van alle aard dient in dit geval berekend en doorgestort te worden op maandbasis. De bedrijfswagen wordt immers maand per maand ter zijner beschikking gesteld (toegekend).
Voorbeeld 2: Een bedrijfsleider met een loon op trimestriële basis. De berekening en doorstorting van de bedrijfsvoorheffing gebeurt in dit geval 4 x per jaar (dus eveneens op trimestriële basis).
Praktijkgevallen waarbij men lonen en voordelen van alle aard geheel niet aangeeft (en ook geen bedrijfsvoorheffing voor doorstort), dan wel in één keer aangeeft op het einde van het jaar (hoewel ze maandelijks of trimestrieel worden toegekend), zijn niet in overeenstemming met de wet en bijgevolg niet toegestaan.
Gelden dezelfde principes voor wat eventuele rechtzettingen betreft?
Zeker en vast! Net zoals de berekening van bedrijfsvoorheffing, dienen eventuele rechtzettingen te gebeuren in functie van de frequentie van de toekenning van het loon of van het voordeel.
Wat zijn de sancties bij inbreuk op deze principes?
Worden bovenstaande principes niet nageleefd, dan stelt zowel de onderneming als de bedrijfsleider zich bloot aan sancties.
Aan de onderneming (schuldenaar van bedrijfsvoorheffing) kunnen nalatigheidsinteresten en administratieve boetes worden opgelegd, alsook belastingverhogingen.
In hoofde van de bedrijfsleider zal de niet- ingehouden bedrijfsvoorheffing beschouwd worden als een voordeel van alle aard.
Vergeet ook uw voorafbetalingen niet!
Naast de verplichte inhouding van bedrijfsvoorheffing op hun belastbare bezoldigingen, zijn bedrijfsleiders eveneens onderworpen aan het (verplichte) stelsel van voorafbetalingen.
Bedrijfsleiders die geen of te weinig voorafbetalingen doen, riskeren een belastingvermeerdering.
Let op! De FOD Financiën start opnieuw met acties
De FOD Financiën plant vanaf midden februari een actie gericht naar bedrijfsleiders die in 2017 of 2018 geen aangifte en betaling van bedrijfsvoorheffing gedaan hebben.
Deze actie heeft tot doel te sensibiliseren en de ondernemingen aan te manen om hun verplichtingen (doorstorting en aangifte van bedrijfsvoorheffing) vanaf inkomstenjaar 2019 correct na te leven.
Er worden voorlopig (voor betrokken inkomstenjaren 2017 en 2018) dus geen boetes opgelegd. Vanaf inkomstenjaar 2019 kunnen overtredingen echter bestraft worden met nalatigheidsinteresten, een belastingverhoging en/of administratieve boetes.
*Periodieke bezoldigingen worden regelmatig en ten minste één maal per maand toegekend. Niet-periodieke bezoldigingen daarentegen worden niet elke maand toegekend. Hieronder vallen bijvoorbeeld tantièmes, zitpenningen, winstdeelnames,…
Bron arikel: Securex.be