De vakantie is voorbij … Ook de leerlingen en stagiairs moeten dus terug naar school terwijl ze met één voet in het bedrijfsleven blijven staan.
Er bestaan een heleboel statuten voor jongeren die een theoretische opleiding liever combineren met een praktische opleiding in een onderneming en, ondanks een aantal harmonisatiepogingen, is men er niet in geslaagd om de verschillen weg te werken.
Welke opleidingsovereenkomsten bestaan er zoal?
-
de industriële leerovereenkomst maakt het mogelijk om een beroep aan te leren dat doorgaans door een werknemer in loondienst uitgeoefend wordt. Dit is echter niet mogelijk in ondernemingen die minder dan 50 werknemers tewerkstellen voor beroepen waarvoor een leerovereenkomst van de middenstand gesloten kan worden [1];
-
de alternerende overeenkomst. Sinds 1 september 2015 kent Franstalig België [2] een gemeenschappelijke overeenkomst. Zij vervangt de leerovereenkomst van de middenstand (in Wallonië: IFAPME en in Brussel: EFP) en de socioprofessionele inschakelingsovereenkomst (in de Franse Gemeenschap). Deze overeenkomst biedt jongeren van 15 tot 25 jaar de mogelijkheid om, naast een theoretische opleiding, een praktische opleiding in een onderneming tegen een vergoeding te volgen. Deze overeenkomst moet een opleidingsplan bevatten dat het opleidingstraject van de leerling uitstippelt;
-
de leerovereenkomst van de middenstand biedt de jongere die in principe onderworpen is aan de deeltijdse leerplicht (jongere onder de 18 jaar) de kans om een beroep aan te leren dat gewoonlijk door een zelfstandige uitgeoefend wordt. Er bestaan 4 verschillende systemen: dat van het Waals Gewest [3], van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest3, van de Duitstalige Gemeenschap en van de Vlaamse Gemeenschap;
-
de socioprofessionele inschakelingsovereenkomst [4] [5] is een overeenkomst eigen aan de Franse Gemeenschap. Ze richt zich tot de jongeren die nog deeltijds leerplichtig zijn alsook tot de jongeren die zich vóór 31 december van het jaar waarin ze de leeftijd van 18 jaar bereiken bij een CEFA [6] inschrijven en een opleidingscyclus moeten voltooien (maximum tot 30 juni van het jaar waarin ze de leeftijd van 20 jaar bereiken). Ze biedt die jongeren de mogelijkheid om een theoretische opleiding met een beperkt leerplan te volgen terwijl ze een ondernemingsopleiding krijgen;
-
de stageovereenkomst van de middenstand heeft tot doel de jongere die zijn leerplicht voltooid heeft (jongere van 18 jaar en ouder) een voorbereidende opleiding met het oog op een leidinggevende functie in een KMO of de uitoefening van een zelfstandig beroep te volgen. Dat noemt men doorgaans de opleiding tot ondernemingshoofd. Deze stageovereenkomst bestaat in het Waals Gewest, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in de Vlaamse Gemeenschap.
Wanneer moet de leervergoeding aangepast worden?
Het is misschien nuttig om even te controleren of uw leerling de juiste leervergoeding ontvangt. Elke reglementering voorziet immers in een andere datum om het bedrag van de vergoeding aan te passen zodra de leerling geslaagd is en naar een hoger jaar overstapt. Hieronder vindt u een overzichtstabel.
In de rubriek Sociaal vindt u de bedragen van de vergoedingen terug (variabel in functie van het Gewest of de Gemeenschap) door op Sleutelbedragen/Leerlingen of Socioliste 2015 te klikken.
Leerlingen/stagiairs |
Aanpassing van de vergoeding indien ze naar een hoger jaar overgaan |
Andere aanpassingen |
Industriële leerlingen |
Geen aanpassing |
Verjaardag van de jongere of in geval van indexering van het GGMMI |
Alternerende overeenkomst |
Verwerving van de vaardigheden opgelegd door het opleidingsplan [7] 8] |
Indexering van het GGMMI [9] [10] |
Leerlingen van de middenstand in de Vlaamse Gemeenschap |
1 juli |
1 januari (aanpassing van het minimumbedrag in functie van het indexcijfer der consumptieprijzen) 18de verjaardag |
Leerlingen van de middenstand in de Duitstalige Gemeenschap |
1 juli |
1 januari (aanpassing van het minimumbedrag in functie van het indexcijfer der consumptieprijzen) 1 januari tijdens het 2de en 3de jaar |
Stagiairs ondernemingshoofd in het Waals Gewest |
1 augustus |
1 januari (aanpassing in functie van het indexcijfer der consumptieprijzen) |
Stagiairs ondernemingshoofd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
1 augustus |
1 januari (aanpassing van het minimumbedrag in functie van het indexcijfer der consumptieprijzen) |
Stagiairs ondernemingshoofd in de Vlaamse Gemeenschap |
1 juli |
1 januari (aanpassing van het minimumbedrag in functie van het indexcijfer der consumptieprijzen) |
Gemeenschappelijke alternerende overeenkomst – Wat verandert er op 1 september?
Vanaf 1 september 2015 vervangt de gemeenschappelijke alternerende overeenkomst in Franstalig België dus de stageovereenkomsten (IFAPME en EFP) en de socioprofessionele inschakelingsovereenkomst.
Bij de vervanging van die overeenkomsten moet u de volgende verschillen onthouden:
- voortaan moet de leerling 15 tot 25 jaar zijn;
- de overeenkomst moet ondertekend zijn vóór de aanvang van de opleiding in een onderneming;
- de proefperiode bedraagt 1 maand;
- de looptijd van de overeenkomst hangt af van het opleidingsplan met een maximum van 6 jaar;
- de vergoeding bedraagt 17, 24 of 32% van het GMMI (cao nr. 43) naargelang de leerling zijn niveau A, B of C aflegt;
- de leerling heeft recht op 20 dagen betaald verlof per jaar (eventueel Europese vakantie) en 4 weken onbetaald verlof tussen 1 juli en 31 augustus;
- de overeenkomst mag buiten de proefperiode beëindigd worden met een opzeg van 14 dagen.
Opmerking: de socioprofessionele inschakelingsovereenkomsten (IFAPME en EFP) die vóór 1 september 2015 gesloten zijn, blijven doorlopen tot hun einddatum.
Bovendien mag er een nieuwe socioprofessionele inschakelingsovereenkomst ondertekend worden om het opleidingstraject voort te zetten dat de jongerevóór 1 september2015 aangevangen heeft voor zover de contracterende partijen niet gewijzigd zijn, zonder evenwel de termijn van 31 augustus 2018 te overschrijden.
[1] Behoudens afwijkingen.
[2] Waals Gewest, Franse Gemeenschap en Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
[3] Deze overeenkomst wordt vanaf 1 september 2015 vervangen door de alternerende overeenkomst. De leerovereenkomsten van de middenstand die voor die datum gesloten werden blijven echter uitwerking hebben tot hun einddatum.
[4] Idem.
[5] Niet te verwarren met de beroepsinlevingsovereenkomst.
[6] Centre d’éducation et de formation en alternance.
[7] Voor de leerlingen van de middenstand in het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet deze aanpassing op 1 augustus gebeuren.
[8] Voor de leerlingen met een socioprofessionele inschakelingsovereenkomst moet deze aanpassing op 1 september gebeuren.
[9] Voor de leerlingen van de middenstand in het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet deze aanpassing op 1 januari gebeuren (aanpassing in functie van het indexcijfer der consumptieprijzen).
[10] Voor de leerlingen met een socioprofessionele inschakelingsovereenkomst moet deze aanpassing op de verjaardag van de jongere of bij indexering van het GMMI gebeuren.